Beelddenken wat is dat precies?
Beelddenkers… mensen met een prachtig talent!
Zij denken onbewust gemiddeld 32x sneller dan woorddenkers. Het zijn dus snelle denkers, maar ze hebben dikwijls last om iets kort en bondig uit te leggen. De woorden komen slechts aan met 2 woorden per seconde. Bovendien komt er elke seconde een nieuwe associatie in hun brein bij.
Ze willen eerst weten wat het doel is, werken vanuit een totaalbeeld naar detail, beleven en voelen ongemerkt veel van de omgeving en zijn altijd op zoek naar verbanden en overeenkomsten. Tijd zegt ze heel weinig. Het is belangrijk om te zien, horen én beleven.
Beelddenkers zijn creatieve en inventieve mensen.
Maar… het kan ook erg lastig zijn om anders te denken dan de meeste andere mensen. Vooral in de schoolsituatie lopen de meeste beelddenkers tegen het onderwijssysteem aan.
Soms komt er minder uit een leerling dan ouders en school verwachten of schommelen de prestaties. De ene keer lukt het wel, dan weer niet. “Het zit er wel in maar het komt er niet uit” is een veel gehoorde term.
Eindeloos oefenen volgens de methode van school levert niets op, het zijn vaak echte doorzetters maar op een gegeven moment haken ze af. Dit kan zijn door te dromen, en terugtrekken, maar ook clownesk gedrag komt vaak voor.
Vaak is niet de leerstof het probleem, beelddenkers zijn vaak hele slimme kinderen, maar de manier van aanbieden en verwerken van de stof. Onderwijs wordt voornamelijk talig en auditief (via het gehoor) in woorden aangeboden. Gestructureerd, resultaatgericht, op tijd, in detail, en met het accent op diversiteit en verschillen. Dit werkt goed voor kinderen die talig zijn ingesteld (woorddenkers).
Beelddenkers willen overzicht, werken vanuit het geheel, zoeken de samenhang en het is belangrijk om het doel te benoemen.
Oplossing: visueel leren
Door een andere benadering is het mogelijk om woorden, cijfers en tijd visueel te maken, zodat deze begrijpelijker worden en echt worden ‘opgeslagen’ en geautomatiseerd.
Beeldendwijs vertaalt de lesstof naar de visuele manier van denken van het kind en biedt direct resultaat. Doordat we de lesstof op de juiste manier aanbieden, kunt u zelf zien dat deze leermethode werkt, maar ook hier geldt oefenen en herhaling blijft noodzakelijk. Kinderen voelen zich weer begrepen!
Hieronder volgt een verzameling kenmerken die bij een beelddenker vaker voorkomen dan bij niet beelddenkers.
Het is niet zo dat elke beelddenker alle genoemde kenmerken heeft of dat een taaldenker geen van deze kenmerken heeft. Ook zijn er mensen die zowel beeld-, als taaldenker zijn, zij hebben vaak geen problemen met leren.
Spreken:
- Struikelen over woorden (denken gaat sneller dan praten).
- Praten ondersteunen met gebaren.
- Verhaspelen van woorden.
- Zeer breedsprakig en langdradig zijn of juist heel kort van stof.
Luisteren:
- Lijkt slecht te luisteren.
- Moeite met het verwerken van mondelinge informatie.
- Letterlijk opvatten wat er gezegd wordt.
- Liever ontdekkend leren dan luisteren naar uitleg.
Taalontwikkeling:
- Moeite met het koppelen van woorden aan beelden.
- Woordvindingsproblemen (dinges,die, dat, ergens…)
- Weinig lijn in datgene wat het kind vertelt (van de hak op de tak)
- Moeite met technisch lezen.
- Vooral het hardop lezen is lastig.
Organisatie (in tijd en ruimte):
- Moeite met klokkijken.
- Gebrekkig tijdsbesef.
- Goed in terugvinden van weg of plaats.
- Links en rechts verwarren.
- Moeite om zaken op (volg)orde te houden.
- Goede ruimtelijke oriëntatie.
Werkhouding:
- Neiging om snel tevreden te zijn over eigen prestaties.
- Moeite om de hoeveelheid werk te overzien.
- Moeite om het werk af te maken.
- Vindingrijk zijn, met verrassende oplossingen komen.
- Het antwoord (snel) weten maar niet uit kunnen leggen hoe hij/zij daarbij is gekomen.
- Moeite om het werk te ordenen.
- Moeite om het werk systematisch aan te pakken.
- Lijkt ongeïnteresseerd.
- Droomt vaak weg. Heeft een levendige fantasie.
- Weerstand tegen het zelf nakijken van gemaakt werk.
- Als ze iets willen zijn het doorzetters en werken hard.
Overige kenmerken:
- Klaagt vaak over: “mijn hoofd zit zo vol”.
- (Overdreven) rechtvaardigheidsgevoel.
- Lage frustratiedrempel.
- Eerst begrijpen voordat hij/zij kan automatiseren.
- Snel vermoeid, snel overprikkeld.
- (Over) gevoelig, emotioneel kwetsbaar.
- Faalangst en onzekerheid.
- Moeite om aan afspraken en regels te houden.
- Tijdens vertellen of nadenken kijkt het kind omhoog of opzij.
- Clownesk gedrag.
- Korte spanningsboog (snel afgeleid zijn).
- Nieuwsgierig.
- Humor.
- Wisselend prestatiepatroon.
- Hoge empathie/sociaal bewogen.
- Talenten op gebied van sport, kunst, muziek, techniek, etc..